Opvallend is dat de term er pas achteraf aan gegeven is en dat die ook laatdunkend bedoeld was. Als een ‘foute’, ‘Germaanse’ dus ‘Gotische’ vormgeving en decoratie, afgezet tegen de ‘evenwichtige’ en ‘edele’ renaissance die gebaseerd was op de klassieken.
De bouwmeesters van die gotische kerken gingen inderdaad niet uit van klassieke voorbeelden. Hun doel was om hoge en lichte gebouwen neer te zetten. Daarbij hoorde grote ramen die zorgden voor meer licht in de kerken. Dat was niet alleen goedkoper, maar diende ook een sacraal doel. Licht is immers god. Bovendien wedijverden steden met elkaar door de grootste en hoogste kathedraal neer te zetten. In Beauvais ging dat mis. De afstand van vloer tot gewelf was 48 meter. De constructie kon het gewelf nauwelijks dragen en het gebouw stortte in.
In deze cursus is er zowel aandacht voor de grote lijnen als voor minder bekende details. De docent laat u niet alleen kennismaken met de beroemde kathedralen van Parijs, Amiens, Reims en Chartres. Hij belicht ook de minder bekende godshuizen van Saint-Denis, Saint-Omer en Lille. De cursus is grotendeels chronologisch met ruimte voor zowel dwarsverbanden tussen de gebouwen als aandacht voor de details in elk gebouw.
De cursus wordt als hybride-cursus aangeboden, dat wil zeggen zowel online als op locatie. In beide gevallen kunt u de spreker en de afbeeldingen zien en vragen stellen. U kunt zich alleen voor de hele reeks inschrijven.
De collegereeks wordt gegeven door drs. Krzysztof Dobrowolski-Onclin in samenwerking met HOVO VU die ook de kaartverkoop verzorgt.