Oriëntalisme, zoals omschreven door de filosoof Edward Said, is de westerse opvatting van de Oriënt, zoals die is gekristalliseerd in de tweede helft van de negentiende eeuw. Woorden die daarbij horen zijn sensueel, primitief, irrationeel, vrouwelijk, magisch. Op z’n zachtst gezegd, is het een tamelijk badinerende omschrijving, zeker vanuit eenentwintigste-eeuws perspectief. In de kunst was het anderhalve eeuw geleden een ware rage.

De fascinatie voor ‘het oosten’ is echter in de eeuwen ervoor al te zien in de kunst. Zo kon u in de renaissance een geschilderde Jezus aan het kruis tegenkomen met een lendendoek uit het Midden-Oosten. Ook zien we Turkse en Perzische tapijten in de schilderkunst, zij het dat ze in Nederland meestal op tafel liggen. Wat dacht u tot slot van de oosterse kleding waarin Rembrandt zijn figuren kleedde? De Oriënt speelt kortom, een grote rol in de kunst, maar wel eentje die vertaald is door westerlingen.

De lezing sluit aan bij de tenstoonstelling ‘Yalla yalla! Zie je in Egypte’ die het Teylers Museum tussen 19 oktober en 9 februari presenteert.

U volgt de lezing thuis op uw computer of tablet en kunt desgewenst vragen stellen. De inloggegevens ontvangt u op de ochtend van de lezing. Checkt u alstublieft uw spam. Mocht u verhinderd zijn, dan kunt u een zonder publiek opgenomen registratie van de lezing terugkijken. De link daarvoor ontvangt dezelfde ochtend.

De lezing wordt gegeven door Wouter Maas, MA.