De vijftiende-eeuwse kunst uit de Zuidelijke Nederlanden is tot op heden buitengewoon geliefd. Dat komt doordat de stofuitdrukking, de detaillering en de weergave van emoties op schilderijen de perfectie benaderen en de mensen eruit zien alsof ze gefotografeerd zijn. Het gebruik van hoogwaardige pigmenten, de verbetering van olieverftechniek en een rijke groep opdrachtgevers waren enkele bestanddelen van de cocktail die deze kunst mogelijk maakten.
Nieuw aan de vijftiende eeuw is tevens dat er namen en biografieën van Zuid-Nederlandse kunstenaars tot op heden bekend zijn. Een van hen was Hugo van der Goes (ca. 1440-1482/1483). Over hem weten we dat hij vanaf 1467 als meesterschilder in Gent actief was en daarna als lekenbroeder in een klooster bij Brussel woonde en werkte. Uit die periode stammen de meeste van zijn werken. Tegenwoordig worden er nog veertien schilderijen en twee tekeningen aan hem toegeschreven. De rest is kwijt, al zijn sommige composities wel van kopieën bekend.
De Gemäldegalerie in Berlijn toont tot 16 juli een overzicht van het oeuvre van Hugo van der Goes waar twaalf van de veertien schilderijen te zien zijn, met de tekeningen en kopieën. In deze lezing brengen we de expositie dichter bij huis en bieden een context door kunst te tonen die in Berlijn niet te zien is.
U volgt de lezing thuis op uw computer of tablet en ziet de afbeeldingen die u anders in de zaal zou zien. U hoort de spreker en kan hem desgewenst ook zien. Bovendien bestaat de mogelijkheid tot het stellen van vragen. Mocht u verhinderd zijn, dan kunt u een zonder publiek opgenomen registratie van de lezing terugkijken.
De lezing wordt verzorgd door drs. Krzysztof Dobrowolski-Onclin.