Het Kunstmuseum in Den Haag wijdt vanaf de voorzichtige heropening op 1 juni een tentoonstelling aan de twee moderne kunstenaars die rond 1900 tot de voorhoede van de Nederlandse kunst behoorden. Israels (1865-1934) en Breitner (1857-1923) waren met elkaar bevriend, waardeerden elkaars werk, maar waren ook concurrenten. Daarom heet de Haagse tentoonstelling ‘Breitner vs. Israels’.
In tegenstelling tot Franse kunstenaars uit hun tijd werkten ze in een wat donker palet; eerder ‘in grijze, veelkleurige dampen gesmoord’ dan het felle van een Berthe Morisot of Henri Matisse. Toch waren zij in Parijs geweest, kenden de nieuwste kunst en waren er niet ongevoelig voor. Breitner schilderde bijvoorbeeld een jonge vrouw in Japanse kimono, destijds een rage. Ze was eigenlijk een Zaanse, heette Geesje Kwak en moet erg in de smaak zijn gevallen, want Breitner schilderde haar meerdere keren.
U volgt de lezing thuis op uw computer of tablet en ziet de afbeeldingen die u anders in de zaal zou zien. U hoort de spreker en kan hem desgewenst ook zien. Bovendien bestaat de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
De lezing wordt verzorgd door drs. Krzysztof Dobrowolski-Onclin.