Deze zin is in het Latijn op een briefje geschreven dat aan de tafel hangt in een schilderij van David Bailly (zie afbeelding). De zin komt uit het Bijbelboek Prediker en gaat over de vergankelijkheid van het leven, en is ook van toepassing op een bepaald genre schilderkunst dat in de zeventiende eeuw in de Nederlanden populair was: het vanitasstilleven. Dit genre wees er de kijker met verschillende objecten op dat ze niet voor altijd zouden leven, denk aan een schedel, boeken, bloemen, juwelen, geld, zandlopers, noem maar op. Tot zo ver duidelijk.
Maar waarom zijn eigen zelfportret bij dit stilleven? Waarom ziet Bailly er zo jong uit? Hij was inmiddels al ver in de 60. Het werk blijkt bijzonder mysterieus. Hoe het werk van Bailly eruit ziet, en natuurlijk dit werk ook, is te zien bij de Lakenhal in Leiden. Door nieuw onderzoek heeft het museum een primeur te pakken, door nieuwe toeschrijvingen kon dit oeuvre nooit zo compleet worden gepresenteerd. Als we dan toch in de Lakenhal zijn dan mogen we de kans niet laten schieten te kijken wat de Leidse collega’s door de eeuwen heen hebben gemaakt.
De toegangsprijs voor het museum is niet inbegrepen. Met een museumkaart is de toegang gratis. Wilt u zo vriendelijk zijn vooraf een dagkaart voor 2 april te bestellen op de site van de Lakenhal? Dat moet ook met een museumkaart. Een dag voor de rondleiding ontvangt u een e-mail met de verzamelplaats.
De rondleiding wordt verzorgd door Wouter Maas, MA.