2021 valt 700 jaar na het overlijden van Italiës gelauwerde poeta doctus, oftewel geleerde dichter, de grondlegger van de Italiaanse schone taal en literatuur: Dante Alighieri (1265-1321).
Met Dante bereikt de Noord-Italiaanse middeleeuwse commune-beschaving haar hoogtepunt – om ten onder te gaan in factiestrijd en adellijke hoogmoed. De Renaissance gloort nog lang niet aan de horizon, toch durft Dante de mens, zichzelf, al centraal te stellen. Dat doet hij in zijn magnum opus de Commedia, die niet voor niets van Dantes eerste biograaf Giovanni Boccaccio het predicaat ‘goddelijk’ kreeg: de goddelijke komedie dus, geenszins een lachwekkende klucht, maar een komedie in de oorspronkelijke betekenis van ‘verhaal dat droevig begint en blij afloopt’.
In de Commedia verbeeldt Dante zichzelf als verdwaalde zondaar die af moet dalen in de hel om via het louterende vagevuur op te kunnen stijgen tot in de negen hemelsferen van het paradijs. Een fantastische reis – waarbij de Hel verreweg het interessantste verslag oplevert.
Maar behalve dichter van een epische Commedia, schreef Dante nog veel meer: liefdessonnetten, waarin de eeuwige roem van Beatrice wordt bezongen, geleerde werken in het Latijn en het Italiaans, brieven en politieke verhandelingen.
In dit college zoeken we naar de relatie tussen Dantes veelbewogen, tragische leven en zijn imaginaire reis door de Hel. We bespreken de mooiste van zijn sonnetten en laten ons verleiden met hem af te dalen tot in het diepste van de aarde. ‘Laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt’, staat boven de poorten van de Hel – maar met Dante zullen we ten slotte de sterren weer zien.
U volgt de lezing thuis op uw computer of tablet en ziet de afbeeldingen die u anders in de zaal zou zien. U hoort de spreker en kan haar desgewenst ook zien. Bovendien bestaat de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
De lezing wordt gegeven door drs. Liesje Schreuders.