Diego Velázquez
De schilder Diego Velázquez zag in 1599 het levenslicht in het Spaanse Sevilla. Als elfjarige ging hij in de leer bij Francisco Pacheco, een schilder die vooral bekend is als theoreticus. Velázquez leerde er de basis van het vak en werd gestimuleerd om zich intellectueel te ontwikkelen. Hij vertrok naar Madrid, werd hofschilder van koning Filips IV en maakte in koninklijke opdracht diplomatieke missies. Hij maakte slechts twee zelfportretten. Een daarvan ziet u hierboven. Velázquez staat links met een penseel in de hand.
Een vroeg voorbeeld van de stijl van Velázquez is De waterverkoper van Sevilla, waarvan er drie versies zijn, allemaal geschilderd door de meester zelf toen hij rond de 20 jaar was. We zien een waterverkoper, een beroep van weinig aanzien in Spanje in de zeventiende eeuw, die een glas aangeeft aan een jongeman die wat meer in de achtergrond staat. Het schilderij is een bodegón, dat een stilleven kan zijn, of een scene in de herberg (bodega). Het realisme van Velázquez, zonder opsmuk of idealisering, is een breuk met de generaties schilders voor hem.
In Sevilla genoot Velázquez enige bekendheid en succes, maar zijn ambities waren groter. In 1622 trok hij naar Madrid met als doel voor koning Filips IV te werken. Een eerste poging mislukte, maar in 1623 lukte het hem om hofschilder te worden. Voor 20 dukaten per maand moest Velázquez de koning en zijn familie portretteren en werken maken om paleizen te decoreren. Daarnaast stond het de schilder vrij om andere opdrachten aan te nemen. Aan het hof ontmoette hij Peter Paul Rubens.
Waarschijnlijk op aanraden van Rubens ondernam Velázquez een eerste reis naar Italië. In de zomer van 1629 vertrok hij naar Genua en deed Ferrara, Venetië en Rome aan. In de lente van 1631 was de schilder terug aan het hof van Madrid. Naar Italiaans voorbeeld schilderde hij vanaf toen op een lichtere grondering, waardoor zijn werken lumineuzer zijn, zoals te zien in De overgave van Breda. Dit is een politiek schilderij, bedoeld voor het paleis Buen Retiro in Madrid. Daarop ziet u links een stel niet meer in gelid staande Nederlandse soldaten, terwijl de koninklijke troepen met de pieken fier en verticaal het rechterdeel van de compositie domineren. Het werk draagt niet voor niets de bijnaam ‘Las lanzas’.
Diego Velázquez reisde nogmaals naar Rome tussen 1649 en 1651, deze keer in opdracht van koning Filips. Tijdens dat verblijf maakte hij meerdere portretten, waarvan het beroemdste het werk is dat u hier ziet. Het is een portret van paus Innocentius X waarop de kerkvorst niet al te flatteus is weergegeven met een ietwat wantrouwige gezichtsuitdrukking. Juist doordat Velázquez het karakter van de man wist te vangen, is dit een van zijn beroemdste werken geworden. Het hangt in Rome in de Galleria Doria Pamphilj.
Tot 1654 maakte de tot slaaf gemaakte Juan de Pareja deel uit van het huishouden van Velázquez. Daar leerde hij schilderen. In 1654 kreeg Pareja de vrijheid, waarna hij zelf een atelier opzette. Zijn De roeping van Mattheus is tegenwoordig te zien in het Prado in Madrid.
Juan de Pareja was ook mee op Velázquez’ tweede Romereis. Daar maakte Velázquez dit portret van hem. Het portret werd in 1970 geveild bij Christie’s, waar het toen het eerste schilderij ooit was dat meer dan een miljoen pond opbracht.
Wie aan Diego Velázquez denkt, denkt al snel aan Las meninas. We staan in een relatief donkere ruimte waarin de infante Margareta Isabela centraal staat. Maar er is meer aan de hand. Naast wat leden van de hofhouding zien we links Velázquez zelf staan, terwijl hij aan het werk is. Hij kijkt ons recht in de ogen en het lijkt erop dat hij zijn werk net heeft onderbroken. In de spiegel achterin zien we waarom. Daar zijn de twee belangrijkste mensen van het schilderij: de koning en koningin die net het atelier betreden.
Op 6 augustus stierf Diego Velázquez, enkele dagen nadat hij zijn testamant had opgemaakt. Hij werd bijgezet in de middeleeuwse kerk San Juan Bautista. Die kerk werd aan het begin van de negentiende eeuw afgebroken. Nu is er een plein, de Plaza de Ramales, waar een eenzame zuil herinnert aan het voormalige graf van de kunstenaar.
Diego Velázquez was een invloedrijke schilder – in Spanje. Aan het einde van zijn carrière had hij zo’n 110 tot 120 schilderijen op zijn naam staan, die zich veelal in de collectie van de monarchen bevonden. Dat veranderde toen Napoleon meerdere van die werken meenam naar Parijs, waar men enorm onder de indruk was. Hoewel ze later weer aan Spanje werden teruggegeven, bleven ze geliefd. Diverse moderne schilders trokken naar Spanje om ze te bestuderen. Onder hen was Mary Cassatt wier torreador Velázquez’ invloed verraadt.
Tot slot nemen we u mee naar Sevilla, de geboortestad van Velázquez. In een korte video laten we u enkele beroemde monumenten zien, waaronder de kathedraal, waar nog enkele delen van de oude moskee te zien zijn. Ook ziet u barokke kerken, het bijzondere koninklijke paleis en de Plaza de España.