Een geschilderd of gefotografeerd portret toont niet alleen de gelaatstrekken, die de maker trouwens wat bij kan werken, maar legt ook een identiteit, een karakter of een humeur vast. Wie in het verleden een schilderij van zichzelf liet maken, was ervan bewust dat het haar zou overleven en dus een imago voor toekomstige generaties zou bepalen. Of dat vastgelegde imago, die geschilderde identiteit of karakter stroken met de historische feiten, is een zaak van een andere orde.
Voor portretten golden wel regels. Vrouwenbenen waren tot begin twintigste eeuw uit den boze! Meer dan een schoenpunt mocht niet onder een jurk uitsteken. Een zeventiende-eeuws dubbelportret van echtelieden werd op twee losse schilderijen gemaakt, dat wil zeggen pendanten. De man stond of zat vrijwel altijd links en de vrouw rechts. De verhalen zitten in de details: handschoenen (die de geportretteerde bijna nooit aan heeft), een hondje (het ras doet ertoe) en de objecten die men in de handen of in de buurt heeft. Het is een fascinerende wereld.
U volgt de lezing thuis op uw computer of tablet en ziet de afbeeldingen die u anders in de zaal zou zien. U hoort de spreker en kan hem desgewenst ook zien. Bovendien bestaat de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
De lezing wordt gegeven door drs. Krzysztof Dobrowolski-Onclin in samenwerking met Kopgroepbibliotheken, die ook de kaartverkoop verzorgt.