Van Ruisdaels landschappen
Jacob van Ruisdael (1628/1629-1682) is een van de bekendste zeventiende-eeuwse Nederlandse landschapsschilders. Zowel zijn vader Isaack als zijn oom Salomon van Ruysdael (ja, met een ‘y’) waren schilders. Wat Jacob van Ruisdael tot op heden zo beroemd maakt, zijn de luchten. De dichtregel van Marsman ‘In grijze, veelkleurige dampen gesmoord’ past er uitstekend bij. In de tweede plaats is er de dramatiek van zijn landschappen, die zo groots en weids zijn dat je bijna zou geloven dat Nederland er in de zeventiende eeuw echt zo uitzag. Er is een ‘maar’. Dat was dus niet helemaal zo. Van Ruisdael schilderde een heel geliefde fictie.
Op het schilderij hierboven staat de inmiddels afgebroken molen bij Wijk bij Duurstede. Toen Van Ruisdael het schilderij maakte, stond er ook een poort aan de oever van de Lek, de Vrouwenpoort. De poort is te zien op de aquarel hieronder. Van Ruisdael liet die achterwege en schilderde, als verwijzing naar de naam, drie vrouwen:
Na een reis naar Bentheim kregen Van Ruisdaels schilderijen een iets meeslepender karakter. Het kasteel in Bentheim staat weliswaar op een rotsachtige heuvel, maar het is niet de onneembare vesting die Van Ruisdael ervan maakte. Hij koos bovendien een laag standpunt om de kijker tegen het gebouw op te laten kijken.
Tegen beter weten in zijn wij geneigd om landschapsschilderijen voor ware munt aan te nemen. We gaan ervan uit dat de schilder eerlijk weergaf wat die voor zich zag. Hoe realistischer de afbeelding, des te groter de neiging om te geloven dat een stad of landschap er ooit zo uit heeft gezien. Natuurlijk kunnen schilderijen een waardevolle historische bron zijn, maar voorzichtigheid is geboden. Vrijwel alle schilderijen ontstonden tot het midden van de negentiende eeuw binnen in het atelier naar schetsen en naar fantasie. Het doel van schilders was een goed en/of goed verkoopbaar werk leveren. Wees dus niet verbaasd als er twee of meer versies zijn van dezelfde plek met behoorlijke verschillen. Kijk bijvoorbeeld de video onder in dit bericht, maar ook naar het onderstaande voorbeeld.
Op het eerste gezicht verschilt de bovestaande schets weinig van het geschilderde ‘Gezicht op Haarlem’. Toch zijn die verschillen er wel. De duinen op de voorgrond zijn minder gelaagd dan op het schilderij en de kerk is groter. Op het schilderij maakte Van Ruisdael de ruimte weidser.
De ‘Haarlempjes’ waren zo populair dat Van Ruisdael er nog veel meer versies van schilderde:
Hoewel Van Ruisdael ‘gewoon’ lucht schilderde, is het net of die lucht eigenlijk de hoofdrol speelt. Later, in de negentiende eeuw, werd het ‘Hollandse licht’ dat hij en zijn collega’s weergaf zelfs een nationaal symbool. Lees het onderstaande gedicht van Ida Gerhart en let vooral op de laatste regels.
Het carillon
Ik zag de mensen in de straten,
hun armoe en hun grauw gezicht, –
toen streek er over de gelaten
een luisteren, een vleug van licht.
Want boven in de klokkentoren
na ’t donker-bronzen urenslaan
ving, over heel de stad te horen,
de beiaardier te spelen aan.
Valerius: – een statig zingen
waarin de zware klok bewoog,
doorstrooid van lichter sprankelingen,
‘Wij slaan het oog tot U omhoog.’
En één tussen de naamloos velen,
gedrongen aan de huizenkant
stond ik te luistr’ren naar dit spelen
dat zong van mijn geschonden land.
Dit sprakeloze samenkomen
en Hollands licht over de stad –
Nooit heb ik wat ons werd ontnomen
zo bitter, bitter liefgehad.
Ida Gerhart, 1941
Sommige plaatsen die Van Ruisdael schilderde, zijn nog steeds te bezoeken. Klik op de foto hierboven voor een korte vergelijking tussen de twee schilderijen van de Joodse begraafplaats in Ouderkerk en hoe de plek er echt uitziet. Ondertiteling is beschikbaar.